Oefeningen om grenzen te leren stellen.
Wanneer jij het lastig vindt om je grenzen aan te geven ben je echt niet de enige. Tot op zekere hoogte is weinig grenzen communiceren ook geen groot probleem. Maar wanneer jij zelf overbelastingsklachten ervaart wordt het tijd om je erin te bekwamen.
Grenzen kunnen stellen is het tegenovergestelde van: over je heen laten lopen, pleasen, misbruik van je laten maken. Het gevolg van te weinig je grenzen aangeven is dat je je niet serieus genomen voelt, dat je niet gezien wordt of dat je geen respect ervaart. Mensen voelen jou niet aan.
Dit is best een hele vervelende situatie.
Waarom is grenzen stellen dan toch zo moeilijk?
Het kan zijn dat je bang bent dat mensen je niet meer aardig vinden, of dat je het rot vindt om iemand teleur te stellen, of dat je je schuldig voelt als je een grens stelt.
Het gekke is dat mensen die goed en duidelijk hun grenzen kunnen aangeven vaak meer aanzien genieten en meer gerespecteerd worden en geregeld aardig gevonden worden, er wordt rekening met hen gehouden. Hoe dubbel is dit eigenlijk? Het kan dus zomaar zijn dat jij het verkeerde gedrag kiest om je doel te bereiken. (aardig gevonden worden / respect te krijgen).
Door weinig tot geen grenzen te stellen wordt je een makkelijk doelwit om te “gebruiken”.
Ben je geregeld teleurgesteld in mensen? Geven ze niet dezelfde aandacht terug, of helpen ze jou nooit als je het druk hebt, of bellen niet uit zichzelf? Dit hangt allemaal met elkaar samen.
Naast teleurstelling betaal je nog een prijs voor het al maar over je eigen grenzen gaan. De prijs bestaat uit:
- vermoeidheid
- ontevreden gevoel
- irritaties
- overbelast gevoel
- overspanningsgevoel
- ongeduld
- boosheid
- zaken moeilijk loslaten
- geen zin hebben in….
- vol hoofd
Ik zal je helpen met een milde communicatiemethode waarmee je grenzen kunt leren aangeven en toch de (vriendschaps-) relatie kunt behouden.
Het heeft alles te maken met deze formule 1 : 2 : 1
De eerste 1 staat voor zinnen die beginnen met IK en die uiting geven aan jouw binnenwereld. Je gaat delen met de ander wat de situatie met jou doet van binnen. Je zinnen beginnen dus zo; ik denk, ik voel, ik weet, ik ervaar, ik zie, ik hoor, ik verwacht, ik ontdek net . . , ik twijfel, ik wil etc.
De 2 staat voor een zin die begint met; “ik begrijp wel dat jij . . .”, hiermee toon je oprecht begrip voor de ander, je bekijkt en benoemt de situatie vanuit het gezichtspunt van de ander. Doe je best om je in te leven wat maakt dat de ander doet wat ie doet en zegt wat ie zegt.
De laatste 1 staat voor een korte en bondige weergave van jouw grens. Deze zinnen beginnen met; Dus . . . , neemt niet weg dat . . . , conclusie: . . ., samengevat . . . etc.
Een voorbeeld:
Stel een vriend of vriendin vraagt of je meegaat naar zee voor een weekendje. Even lekker in een hotel aan zee ontspannen, eten en slapen. Echt iets wat die vriend(in) je gunt en denkt wat goed voor je is.......
(1): Jij antwoordt dan eerst met jouw interne gevoelswereld:
- Ik voel me vereerd dat je dit aan mij vraagt.
- Ik voel mezelf echter ook gelijk blokkeren.
- Ik weet dat het vast heel leuk is, maar
- Ik denk dat het te ver weg is van huis en
- ik denk dat een weekend te lang zal zijn voor mijn angstgevoelens
- ik ben bang dat ik het niet kan.
(2) Je verplaatst je in de goede bedoelingen van de ander:
- ik begrijp wel dat jij het juist goed bedoelt en dat je mij hiermee wilt helpen ontspannen en dat je weet dat het juist goed voor me zal zijn. Vanuit die vriendelijkheid vraag jij het aan mij. Super lief natuurlijk!
(1)
- Neemt niet weg dat ik wel met je naar de Efteling wil voor een dagje (of een boswandeling in de directe omgeving...) maar niet mee wil voor twee dagen naar zee. Dit nieuwe idee is lekker dichtbij en toch ontspannen. Ik kan dan laagdrempelig naar huis gaan wanneer ik dat wil.
Nog een oefening
Marianne komt thuis van een drukke werkdag. Ze ziet dat de aanrecht nog bezaaid is met afwas van de hele dag en dat de vaatwasser nog vol staat met schone vaat. Ze is moe en irriteert zich aan dit feit. Zeker ook omdat Marianne weet dat haar dochter al vanaf 2 uur ’s middags thuis is uit school. We hebben geoefend om te zeggen:
(1) interne wereld
- Ik zie dat alle afwas nog op de aanrecht staat en zelfs de vaatwasser is nog vol.
- Ik voel me moe en teleurgesteld dat het zo’n troep is.
- Ik wil dit echt niet gaan opruimen
- Ik heb heel de dag hard gewerkt en
- ik wil even zitten met een kop thee.
(2) begrip voor de ander
- Ik begrijp wel dat als jij thuiskomt van school je hoofd niet gelijk staat naar afwas opruimen.
- Je wilt vast liever eerst even ontspannen en gamen en huiswerk maken.
- Het is sowieso niet zo’n leuk klusje, dat weet ik wel, maar je was om 14.00 uur uit en had dus 4 uur de tijd vanmiddag.
(1)
- Dus jij ruimt nu de vaatwasser even uit en zet alles van de aanrecht erin, dan zet ik thee en dan drinken we daarna samen een kop. Hup aan de slag.
Snap jij nu ook hoe je zelf kunt beginnen met grenzen stellen?
Hou je echt aan deze drie stappen, want als je er 1 (of 2) weglaat komt je communicatie gelijk heel anders over.
Met alleen de 1-tjes denk je alleen aan jezelf
Met alleen de 2 denk je alleen aan de ander, ben je te lief en niet duidelijk.
Met de eerste 1 en de 2: ben je wel open en begripvol maar niet duidelijk.
Met alleen de laatste 1 ben je wel erg direct en best bot in je communicatie.
Ter afsluiting laat ik je zien dat deze formule ook voor een aansporing werkt: (1) Ik voel passie om je dit te leren. Ik weet dat iedereen dit kan leren. Ik denk dat jij het ook kan. Ik doe mijn best met deze blog het duidelijk uit te leggen. (2) Ik begrijp wel dat jij een drempel ervaart en dat je het echt niet na het lezen van deze blog perfect kan. Dat je misschien eerst stilletjes in je hoofd wilt oefenen voordat je het hardop durft te gaan zeggen. Heel begrijpelijk. (1) Neemt niet weg dat je het vanaf vandaag kunt gaan doen. Eerst in gedachten en over 3 dagen hardop. Je kan het!
Lees ook mijn blog over: geen nee kunnen zeggen.
